Statuten

Inhoudsopgave

  1. NAAM EN ZETEL
  2. DOEL
  3. GELDMIDDELEN
  4. ORGANEN
  5. BESTUUR
  6. VERGADERINGEN EN BESLUITEN BESTUUR
  7. RAAD VAN TOEZICHT
  8. VERGADERINGEN EN BESLUITEN RAAD VAN TOEZICHT
  9. BOEKJAAR, BEGROTING, VERSLAGLEGGING
  10. REGLEMENTEN
  11. STATUTENWIJZIGING EN ONTBINDING
  12. VEREFFENING
  13. SLOTBEPALING

NAAM EN ZETEL

Artikel 1:

  1. De stichting draagt de naam: Stichting Inter-Actief Personal Computing. De stichting kan ook gebruik maken van de verkorte naam “Stichting I.A.P.C.” en “Stichting IAPC”.
  2. De stichting heeft haar zetel te Enschede.

DOEL

Artikel 2:

  1. De stichting heeft ten doel het bevorderen van het computergebruik en het stimuleren van de informatica binnen de Universiteit Twente, alsmede het verrichten van al hetgeen in de ruimste zin met het vooraanstaanden rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.
    In de tweede plaats heeft de stichting ten doel studenten en medewerkers van de Universiteit Twente te helpen bij het verkrijgen van studiebenodigdheden.
  2. De stichting verwezenlijkt haar doel hoofdzakelijk door:

  3. het adviseren in, de verkoop van en het bemiddelen in de verkoop van computerbenodigdheden

  4. het adviseren in, de verkoop van en het bemiddelen in de verkoop van studiebenodigdheden.

GELDMIDDELEN

Artikel 3:

De geldmiddelen welke nodig zijn om het doel van de stichting te kunnen verwezenlijken, verkrijgt de stichting uit:

  1. opbrengsten van verkochte goederen;
  2. vergoedingen voor verrichte diensten;
  3. subsidies en donaties;
  4. erfstellingen, legaten en schenkingen;
  5. andere baten.

ORGANEN

Artikel 4

  1. De stichting kent:

  2. een bestuur;

  3. een raad van toezicht.

  4. Het bestuur is het bestuur in de zin van het Burgerlijk Wetboek en heeft alle taken en bevoegdheden die niet specifiek middels deze statuten aan de raad van toezicht zijn opgedragen.

  5. De raad van toezicht is belast met het houden van toezicht op en het geven van advies aan het bestuur en heeft de overige specifiek in deze statuten opgenomen taken en bevoegdheden.
  6. Zowel het bestuur als de raad van toezicht bestaan volledig uit natuurlijke personen. Een persoon kan niet gelijktijdig lid zijn van het bestuur en van de raad van toezicht.
  7. Erebestuurders zijn personen die zich voor de stichting zeer verdienstelijk hebben gemaakt en die op voordracht van het bestuur door de raad van toezicht zijn benoemd tot erebestuurder.
    Erebestuurders zijn geen bestuurder.
  8. De status van erebestuurder eindigt slechts bij het overlijden van de erebestuurder, of door opzegging om zeer zwaarwegende reden op voorstel van het bestuur door de raad van toezicht.

BESTUUR

Artikel 5:

  1. Het bestuur bestaat uit minimaal drie en maximaal zes leden, welk aantal door de raad van toezicht wordt vastgesteld.
  2. De nieuwe leden van het bestuur worden, op voordracht van het zittend bestuur, benoemd door de raad van toezicht. Indien het bestuur aan de raad van toezicht meedeelt geen voordracht of geen toereikende voordracht te kunnen opmaken, zal de raad van toezicht zelf zonder voordracht een nieuw lid van het bestuur benoemen.
  3. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester.
  4. Elke bestuurder is tegenover de stichting gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Indien het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring van twee of meer bestuursleden behoord, is ieder van hen voor het geheel aansprakelijk ter zaken van een tekortkoming, tenzij deze niet aan hem is te wijten en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden.
  5. Het bestuur richt zijn beleid overeenkomstig zijn beleidsplan. Het beleidsplan wordt bij het aantreden van een bestuur ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van toezicht.
  6. Het bestuur is verplicht tot het houden van zodanige aantekeningen omtrent de vermogenstoestand van de stichting dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend.
  7. Er wordt gestreefd naar het jaarlijks laten aftreden van het voltallige bestuur, waarbij een beoogde zittingstermijn van één jaar en een aan- en aftreedmoment in oktober worden gehanteerd. Een aftredende bestuurder is terstond herbenoembaar.
  8. Het bestuur is slechts bevoegd na voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de raad van toezicht tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbind, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbind. op deze beperking kan door of tegen derden geen beroep worden gedaan.

Aan goedkeuring van de raad van toezicht zijn verder onderworpen besluiten van het bestuur die betreffen:

  1. Het verkrijgen en vervreemden van deelnemingen in ondernemingen, het uitoefenen van stemrecht op aandelen in ondernemingen, het oprichten van andere rechtspersonen;
  2. Het huren, verhuren en op andere wijze in gebruik of genot verkrijgen en geven van registergoederen.
  3. Het aangaan van overeenkomsten waarbij aan de stichting een bankkrediet wordt verleend;
  4. Het ter leen verstrekken van gelden, alsmede het ter leen opnemen van gelden, waaronder niet is inbegrepen het gebruik maken van een aan de stichting verleende bankkrediet;
  5. Duurzame rechtstreekse of middellijke samenwerking met een andere instelling of onderneming en het verbreken van een zodanige samenwerking;
  6. Investeringen welke niet zijn opgenomen in een door de raad van toezicht goedgekeurd investeringsplan;
  7. Het verlenen en uitbreiden van procuratie;
  8. Het optreden in rechte, waaronder begrepen het voeren van arbitrale procedures, doch met uitzondering van het nemen van die rechtsmaatregelen, die geen uitstel kunnen leiden;
  9. Het aangaan, wijzigen of ontbinden van overeenkomsten tussen de stichting enerzijds en een lid van het bestuur of de raad van toezicht anderzijds alsmede alle overige rechtshandelingen waarbij sprake is van een tegenstrijdig belang tussen de stichting enerzijds en een lid van het bestuur of de raad van toezicht anderzijds. Uitgezonderd hiervan zijn de activiteiten zoals beschreven in artikel 2;
  10. Het aanvragen van faillissement of surseance van betaling van de stichting;
  11. Het aangaan van overeenkomsten ter beslechting van geschillen die van wezenlijke betekenis zijn voor de stichting dan wel het aangaan van overeenkomsten van schuldsanering.
  12. De raad van toezicht kan besluiten dat een in lid 9 genoemd besluit niet aan goedkeuring door de raad van toezicht onderhevig is wanneer het daarmee gemoeide belang een door de raad van toezicht te bepalen en schriftelijk aan het bestuur opgegeven waarde niet overschrijdt.
  13. Afgezien van periodiek aftreden na een jaar, eindigt het bestuurslidmaatschap:
    1. door schriftelijk bedanken door de bestuurder;
    2. door overlijden van de bestuurder;
    3. indien een bestuurder het vrije beheer over zijn vermogen verliest;
    4. door ontslag om dringende redenen door de raad van toezicht;
    5. door ontslag door de rechtbank als bedoeld in artikel 298 boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
  14. Tot ontslag om dringende redenen kan door de raad van toezicht slechts worden besloten met een meerderheid van twee/derde van de stemmen en nadat de betreffende bestuurder in de gelegenheid is gesteld om zich tegenover de raad van toezicht te verantwoorden.
  15. De raad van toezicht kan om zwaarwegende redenen, die niet direct reden zijn tot ontslag, overgaan tot schorsing van een bestuurder in de uitoefening van zijn functie.
    Indien een schorsing niet binnen drie maanden heeft geleid tot een besluit tot ontslag, eindigd de schorsing. Tot schorsing om dringende redenen kan door de raad van toezicht slechts worden besloten met een meerderheid van twee/derde van de stemmen en nadat de betreffende bestuurder in de gelegenheid is gesteld om zich tegenover de raad van toezicht te verantwoorden.
  16. De stichting wordt vertegenwoordigd door het bestuur. Bovendien kan de stichting worden vertegenwoordigd door de voorzitter van het bestuur tezamen met een andere bestuurder.
  17. De Raad van Toezicht kan een volmacht verstrekken aan een of meer bestuurders of aan derden om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.

VERGADERINGEN EN BESLUITEN BESTUUR

Artikel 6

  1. Het bestuur komt wekelijks bijeen in vergadering, tenzij de voorzitter van het bestuur anders beslist. Indien een ander bestuurslid een vergadering bijeen wil roepen, dient het verzoek daartoe schriftelijk (al dan niet via een digitaal medium) en onder opgave van onderwerkpen, aan de voorzitter te worden gericht. Indien de vergadering niet binnen twee weken gehouden wordt, is de verzoeker bevoegd zelf een vergadering bijeen te roepen, met inachtneming van de vereiste formaliteiten.
  2. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter. Bij diens afwezigheid zal de vergadering zelf haar leiding kiezen.
  3. Indien in een vergadering alle bestuursleden tegenwoordig of vertegenwoordigd zijn, kunnen - mits met volstrekte meerderheid van stemmen - geldige besluiten genomen worden over zaken die niet op de agenda worden vermeld, behoudens besluiten betreffende statutenwijzigingen en ontbinding der stichting.
  4. Bestuursbesluiten kunnen ook buiten vergaderingen worden genomen, mits alle bestuursleden schriftelijk en / of per e-mail hebben verklaard met het voorgestelde besluit akkoord te gaan.
  5. Een besluit als bedoeld in lid 4 dient in de eerstvolgende bestuursvergadering te worden vermeld, welke vermelding in de notulen opgenomen dient te worden. De bij het besluit behorende bewijsstukken moeten bij de notulen worden bewaard.
  6. Een besluit kan niet rechtsgeldig worden genomen als in een vergadering niet ten minste de helft van het totaal aantal in zijn functie zijnde bestuurders vertegenwoordig of vertegenwoordigd zijn.
  7. Van het verhandelende in vergaderingen worden, hetzij door de secretaris, hetzij door een door de voorzitter van de vergadering aangewezen persoon, notulen gehouden.
    Deze notulen zullen in dezelfde of in de eerstvolgende vergadering worden vastgesteld en goedgekeurd.
  8. Een bestuurder kan zich door een ander bestuurslid laten vertegenwoordigen na overlegging van een volmacht. Een bestuurslid kan maximaal door één ander bestuurslid worden gemachtigd.
  9. Iedere bestuurder heeft het recht tot het uitbrengen van één stem. Alle besluiten worden genomen met volstrekte meerderheid van stemmen. Bij stakende stemmen wordt het voorste beschouwd als verworpen.
  10. Blanco stemmen en niet op geldige wijze uitgebrachte stemmen, worden geacht niet te zijn uitgebracht.
  11. Het door de voorzitter van de vergadering uitgesproken onderdeel omtrent de uitslag van de stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
  12. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, waarbij het te nemen besluit schriftelijk wordt vastgelegd. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
  13. Vergaderingen van het bestuur zijn slechts toegankelijk voor leden van het bestuur, leden van de raad van toezicht en overige door het bestuur aangewezen personen.

RAAD VAN TOEZICHT

Artikel 7

  1. De raad van toezicht bestaat uit minimaal vijf en maximaal negen leden.
  2. Leden van de raad van toezicht worden benoemd door de raad van toezicht met inachtneming van het volgende:
  3. Er dient te worden gestreefd naar een samenstelling van oud-leden van het bestuur, (oud-)medewerkers van de Universiteit Twente en (oud-)bestuurders van andere studentenorganisaties verbonden aan de Universiteit Twente.
  4. Indien de stichting overeenkomsten met studieverenigingen inzake de verkoop van studiebenodigdheden is aangegaan, komt tenminste een zetel in de raad van toezicht toe aan een persoon voorgedragen door de gezamenlijke studieverenigingen waarmee dergelijke overeenkomsten bestaan.
  5. De raad van toezicht kiest uit haar midden een voorzitter.
  6. Elk lid van de raad van toezicht is tegenover de stichting gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Indien het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring van twee of meer leden van de raad van toezicht behoort, is ieder van hen voor het geheel aansprakelijk ter zake van een tekortkoming, tenzij deze niet aan hem is te wijten en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden.
  7. Het lidmaatschap van de raad van toezicht eindigt:
    1. door schriftelijk bedanken door het lid;
    2. door overlijden van de het lid;
    3. indien een lid het vrije beheer over zijn vermogen verliest;
    4. door ontslag om dringende redenen door de raad van toezicht;
    5. door ontslag door de rechtbank als bedoeld in artikel 298 boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
  8. Tot ontslag om dringende redenen kan door de raad van toezicht slechts worden besloten met een meerderheid van twee/derde gedeelte van de stemmen nadat het betreffende lid in de gelegenheid is gesteld om zich te verantwoorden.

VERGADERINGEN EN BESLUITEN RAAD VAN TOEZICHT

Artikel 8

  1. De raad van toezicht komt minimaal twee keer per jaar bijeen.
  2. Vergaderingen zullen voorts worden gehouden wanneer de voorzitter dit wenselijk acht of indien één van de andere leden van de raad van toezicht dan wel één van de leden van het bestuur daartoe schriftelijk en / of per e-mail en onder opgave van de onderwerpen aan de voorzitter het verzoek richt. Indien de vergadering niet binnen drie weken wordt gehouden, is de verzoeker bevoegd zelf een vergadering bijeen te roepen mits met inachtneming van de vereiste formaliteiten.
  3. De termijn van oproeping voor een vergadering van de raad van toezicht bedraagt ten minste zeven dagen, de dag van oproeping en van de vergadering niet meegerekend. De oproeping dient schriftelijk en / of per e-mail te geschieden. De oproep vermeldt, behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de agenda.
  4. Met toestemming van alle leden van de raad van toezicht en in spoedeisende gevallen - zulks ter beoordeling van de voorzitter van de raad van toezicht - kunnen vergaderingen van de raad van toezicht op kortere termijn worden bijeengeroepen.
  5. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter van de raad van toezicht. Bij diens afwezigheid zal de vergadering zelf in haar leiding voorzien.
  6. Indien in een vergadering alle leden van de raad van toezicht tegenwoordig of vertegenwoordigd zijn, kunnen - mits met volstrekte meerderheid van stemmen - geldige besluiten worden genomen over zaken die niet op de agenda staan vermeld, behoudens besluiten betreffende statutenwijziging en ontbinding der stichting.
  7. Besluiten van de raad van toezicht kunnen ook buiten vergaderingen worden genomen, mits alle bestuursleden schriftelijk en / of per e-mail hebben verklaard met het voorgestelde besluit akkoord te gaan.
  8. Van het verhandelende in vergaderingen worden door een door de voorzitter van de vergadering aangewezen persoon, notulen gehouden. Deze notulen zullen in dezelfde of in de eerstvolgende vergadering worden vastgesteld en goedgekeurd.
  9. Een besluit als bedoeld in lid 7 dient in de eerstvolgende vergadering van de raad van toezicht te worden vermeld, welke vermelding in de notulen opgenomen dient te worden. De bij het besluit behorende bewijsstukken moeten bij de notulen worden bewaard.
  10. Een lid van de raad van toezicht kan zich door een ander lid laten vertegenwoordigen na overlegging van een volmacht. Een lid kan maximaal door één ander lid worden gemachtigd.
  11. Ieder lid heeft het recht tot het uitbrengen van één stem. Alle besluiten worden genomen met volstrekte meerderheid van stemmen. Bij stakende stemmen wordt het voorstel beschouwd als verworpen.
  12. Een besluit kan niet rechtsgeldig worden genomen als in een vergadering niet ten minste de helft van het totaal aantal in functie zijnde leden tegenwoordig of vertegenwoordigd zijn.
  13. Blanco stemmen en niet op geldige wijze uitgebrachte stemmen, worden geacht niet te zijn uitgebracht.
  14. Het door de voorzitter van de vergadering uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van de stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
  15. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, waarbij het te nemen besluit schriftelijk wordt vastgelegd. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
  16. Vergaderingen van de raad van toezicht zijn slechts toegankelijk voor leden van de raad van toezicht en overige door de raad van toezicht aangewezen personen.
  17. De raad van toezicht nodigt alle leden van het bestuur uit voor haar vergaderingen, tenzij zwaarwegende redenen bestaan om anders te beslissen, zulks ter beoordeling van de voorzitter van de raad van toezicht.
  18. De raad van toezicht kan het bestuur, met name bij gewijzigde omstandigheden, richtlijnen geven ten aanzien van het te volgen beleid van de stichting.

BOEKJAAR, BEGROTING, VERSLAGGEVING

Artikel 9

  1. Het boekjaar loopt vanaf één augustus tot en met één en dertig juli van het volgende kalenderjaar.
  2. Voor de aanvang van een boekjaar zal door het bestuur een begroting voor het komende boekjaar worden vastgesteld, welke aan de raad van toezicht ter goedkeuring dient te worden toegezonden.
  3. De raad van Toezicht kan een accountant als bedoeld in artikel 393 lid 1, boek 2 van het Burgerlijk Wetboek of één of meerdere deskundigen aanwijzen voor het nazien van de door de penningmeester opgestelde balans en staat van baten en lasten.
  4. Uiterlijk in de maand oktober wordt een vergadering van de raad van toezicht gehouden, waarin de penningmeester van het bestuur rekening en verantwoording aflegt van het door hem gedurende het afgelopen boekjaar gevoerde financiële beheer.
  5. De raad van toezicht gaat niet tot goedkeuring van de jaarrekening over voordat kennis is genomen van het oordeel van de eventueel aangewezen accountant of deskundigen zoals bedoeld in lid 3.
  6. Goedkeuring van de rekening door de raad van toezicht strekt de penningmeester van het bestuur tot decharge van het door hem gevoerde beleid.
  7. Het bestuur is verplicht de jaarstukken en de daarop betrekking hebbende bescheiden tenminste tien jaar lang te bewaren.

REGLEMENTEN

Artikel 10

  1. De Raad van Toezicht kan, op voorstel van het bestuur, reglementen vaststellen, wijzigen of aanvullen. Er is tenminste een huishoudelijk reglement.
  2. Deze reglementen mogen geen bepalingen inhouden welke met deze statuten of met de wet in strijd zijn.

STATUTENWIJZIGING EN ONTBINDING

Artikel 11

  1. De raad van toezicht is bevoegd de statuten te wijzigen en de stichting te ontbinden, maar niet anders dan op voorstel van het bestuur.
  2. Een besluit tot wijziging der statuten of ontbinding der stichting zal slechts genomen kunnen worden in een speciaal daartoe bijeengeroepen vergadering van de raad van toezicht, waarin alle leden tegenwoordig of vertegenwoordigd dienen te zijn en met een meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen. De tekst van een voor te stellen statutenwijziging dient bij de oproep voor de vergadering te worden meegezonden.
  3. Zijn in de in het vorige lid bedoelde vergadering niet alle leden tegenwoordig of vertegenwoordigd, dan zal ten minste twee weken en ten hoogste vier weken later, een speciaal tot dat doel bijeengeroepen tweede vergadering worden gehouden, waarin ongeacht het aantal aanwezige leden van de raad van toezicht, mits niet minder dan vier, doch met de in het vorige lid vermelde meerderheid van stemmen, over het voorstel kan worden beslist.
  4. Een statutenwijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen. Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid bevoegd.

VEREFFENING

Artikel 12

  1. Na een besluit tot ontbinding der stichting zal de vereffening geschieden door het bestuur, tenzij de raad van toezicht bij het besluit tot ontbinding een of meer vereffenaars heeft aangewezen.
  2. De stichting blijft nadat het besluit tot ontbinding genomen is voortbestaan, indien en voor zover dit voor de vereffening van haar vermogen nodig is.
  3. Gedurende de periode van vereffening blijven deze statuten voor zover mogelijk en nodig van kracht; in stukken en aankondigingen wordt aan de naam van de stichting toegevoegd: “in liquidatie”.
  4. De vereffenaars dragen er zorg voor dat het besluit tot ontbinding en de aanwijzing van de vereffenaars worden ingeschreven ten kantore van het handelsregister en dat voorts de wettelijke bepalingen inzake vereffening zoveel mogelijk worden nagekomen.
  5. Na afloop van de vereffening zullen de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende tenminste zeven jaren berusten onder degene die bij het besluit tot ontbinding daartoe wordt aangewezen.
  6. Aan een eventueel liquidatiesaldo dient, op een door het bestuur te bepalen wijze, een bestemming te worden gegeven, die zoveel mogelijk overeenstemt met het doel der stichting.

SLOTBEPALING

Artikel 13:

In alle gevallen waarin de wet, deze statuten of de reglementen van de stichting niet voorzien beslist de Raad van Toezicht