Huishoudelijk Reglement

1 Juni 2022

Inhoudsopgave

1. ALGEMENE BEPALINGEN

2. BESTUUR

3. BESTUURSCOMMISSIES

4. BOEKENVERKOOP

5. VERSLAGGEVING

6. SLOTBEPALING


1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1.

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • Stichting: Stichting Inter-Actief Personal Computing (of IAPC);
  • Statuten: de statuten van de Stichting Inter-Actief Personal Computing;
  • UT: de Universiteit Twente;
  • HR: Het huishoudelijk reglement van Stichting Inter-Actief Personal
    Computing (dit document);
  • Bestuur: het orgaan zoals bedoeld in artikel 4 lid 1a van de Statuten;
  • Raad van Toezicht: het orgaan zoals bedoeld in artikel 4 lid 1b van de
    Statuten;
  • Coöperant: bij Stichting IAPC aangesloten actieveling, die de activiteiten
    van Stichting IAPC ondersteunt (inclusief leden van het Bestuur en de Raad
    van Toezicht);
  • Dagmanager: door het Bestuur aangewezen Coöperant, met de specifieke
    taakstelling tot het fungeren als direct verantwoordelijke voor de uitvoer
    van een of meerdere winkeldiensten;
  • Aangesloten Studievereniging: een studievereniging die met IAPC een
    aansluitingscontract heeft afgesloten voor advies, verkoop en bemiddeling
    in de verkoop van studiebenodigdheden aan de verenigingsleden;
  • Kascommissie: een langlopende commissie van de Stichting, ingesteld en
    benoemd door de Raad van Toezicht, die tot taak heeft de boeken en
    bescheiden van de penningmeester en de financiële jaarstukken van de
    Stichting te controleren. De Kascommissie valt onder de
    verantwoordelijkheid van- en rapporteert aan de Raad van Toezicht.

2. Bestuur

Artikel 2.1.

Het is de verantwoordelijkheid van de voorzitter:

  1. algemene leiding te geven aan de Stichting;
  2. vergaderingen en bijeenkomsten van het Bestuur alsook de
    Coöperantenvergaderingen te leiden;
  3. toezicht te houden op de werkzaamheden van alle Coöperanten van IAPC
    (behalve werkzaamheden gerelateerd aan zaken betreffende de Raad van
    Toezicht), en deze te coördineren;
  4. contacten buiten de Stichting te onderhouden voor zover deze contacten
    niet onder de verantwoordelijkheid van een ander bestuurslid vallen.

Artikel 2.2.

Het is de verantwoordelijkheid van de secretaris:

  1. de algemene correspondentie te verzorgen, waarvan hij kopie houdt;
  2. ervoor te zorgen dat alle vergaderingen, bijeenkomsten, verkiezingen en
    stemmingen tijdig worden aangekondigd. Indien er een termijn in Statuten
    en / of HR staat aangegeven dient deze te worden gerespecteerd;
  3. de notulen van de bestuursvergaderingen en vergaderingen van de Raad van
    Toezicht waarbij het Bestuur tegenwoordig of vertegenwoordigd is tijdig uit te
    werken, te verspreiden en te archiveren;
  4. een secretarieel jaarverslag te maken;
  5. een goed beheer en onderhoud van het archief te voeren;
  6. een Coöperantenbestand bij te houden;
  7. het winkeldienstrooster op te stellen.

Artikel 2.3.

Het is de verantwoordelijkheid van de penningmeester:

  1. de algehele financiële situatie van de Stichting in de gaten te houden;
  2. de gelden van de Stichting te beheren;
  3. het financieel jaarverslag te maken;
  4. dat de boekhouding een actueel beeld geeft van de huidige situatie;
  5. te letten op het naleven van de begroting;
  6. er voor te zorgen dat de boekhouding te allen tijde beschikbaar en
    bereikbaar is voor de Kascommissie, het Bestuur en de leden van de Raad
    van Toezicht.

Artikel 2.4.

Het is de verantwoordelijkheid van de logistiek manager:

  1. ontwikkelingen in de markt in de gaten te houden en het assortiment hierop
    af te stemmen;
  2. het assortiment in overleg met de technisch manager af te stemmen;
  3. de voorraad op de vraag af te stemmen;
  4. de voorraad op peil te houden;
  5. een ordelijke administratie over de logistieke activiteiten te voeren,
    waaronder wordt verstaan de bestellingen – zowel de bestellingen van
    klanten als van IAPC zelf – en andere activiteiten verwant aan de
    goederenstroom;
  6. bestellingen te plaatsen en verwerken;
  7. retourzendingen naar de leveranciers af te handelen en te verwerken, welke
    uit de overige verantwoordelijkheden van de logistiek manager voortkomen;
  8. overleg te plegen met de penningmeester voor het vaststellen van de prijzen;
  9. contacten te onderhouden met leveranciers en het leveranciersbestand waar
    nodig te herzien.

Artikel 2.5.

Het is de verantwoordelijkheid van de technisch manager:

  1. de kennis over de stand van zaken in de computertechniek op peil te houden;
  2. de assemblage van complete systemen te coördineren;
  3. de return merchandise authorization (RMA)-afhandeling, ofwel de
    retourenstroom, te realiseren;
  4. retourzendingen naar de leveranciers af te handelen en te verwerken, welke
    uit de overige verantwoordelijkheden van de technisch manager voortkomen;
  5. de logistiek manager te informeren over tekortkomingen in producten met
    doel het assortiment beter af te stemmen.

Artikel 2.6.

Het is de verantwoordelijkheid van de PR-manager:

  1. de naamsbekendheid onder studenten en medewerkers binnen de UT te vergroten;
  2. aanboren van advertentiekanalen;
  3. klanten en potentiële klanten te informeren over het assortiment en de
    openingstijden;
  4. promotieacties te organiseren om IAPC extra onder de aandacht te brengen;
  5. het bijhouden en bekend maken van nieuwe ontwikkelingen in de
    computertechniek.

Artikel 2.7.

Het is de verantwoordelijkheid van de boekenmanager:

  1. contact met de leveranciers en Aangesloten Studieverenigingen te
    onderhouden;
  2. toe te zien op het tijdig inspelen op vereiste acties inzake de
    boekenleveringscycli;
  3. toe te zien op de volbrenging van contractuele verplichtingen naar
    boekenleverancier en Aangesloten Studieverenigingen;
  4. studiebenodigdheden van Aangesloten Studieverenigingen te inventariseren en
    te voorspellen;
  5. studiebenodigdheden te bestellen bij leveranciers;
  6. de uitlevering van studiebenodigdheden aan studenten te faciliteren;
  7. regelmatig overleg te plegen met Aangesloten Studieverenigingen,
    leveranciers en andere actoren in het boekenproces;
  8. te communiceren met studenten over bestel- en leveringsmomenten.

Artikel 2.8.

Verder is het Bestuur collectief verantwoordelijk voor:

  1. het werven en inwerken van Coöperanten, behoudens voor de Raad van
    Toezicht, welke daar zelf in voorziet;
  2. het bijhouden van een overzichtelijke administratie betreffende de
    activiteiten van de Stichting;
  3. het op een regelmatige basis verzorgen van borrels en andere activiteiten
    ten behoeve van het persoonlijk contact tussen de Coöperanten;
  4. een goed beheer en onderhoud van infrastructurele zaken die het proces van
    de Stichting faciliteren;
  5. een goed beheer van eigendommen van de Stichting en ter beschikking
    gestelde roerende en onroerende goederen;
  6. het op de hoogte zijn en naleven van contracten met derden.

Artikel 2.9.

Te allen tijde dient er duidelijkheid te zijn welk Bestuurslid de
verantwoordelijkheid voor de in artikel 2.1 tot en met 2.8 omschreven taken
heeft. In het bijzonder bij het aantreden van het Bestuur dient het aan te
geven hoe bovenstaande verantwoordelijkheden verdeeld zijn. Het verschuiven
van de taken gedurende het Bestuursjaar dient te worden besloten in een
Bestuursvergadering.

Artikel 2.10.

Het Bestuur dient na te streven dat de relaties tussen IAPC en andere
organisaties zo goed mogelijk onderhouden worden. Met name verdienen de
relaties met I.C.T.S.V. Inter-Actief, Aangesloten Studieverenigingen, de
Student Union en de faculteit EWI van de Universiteit Twente speciale aandacht.

Artikel 2.11.

De notulen van Bestuursvergaderingen zijn openbaar voor alle Coöperanten van
de Stichting, hiervan uitgezonderd passages betreffende natuurlijke personen.

3. Bestuurscommissies

Artikel 3.1.

Het Bestuur kan commissies instellen die het Bestuur ondersteunen met
uitvoerende taken binnen IAPC. Hieronder vallen o.a. het verkopen, het
informeren en adviseren en het op verzoek ondersteunen van het Bestuur.

Artikel 3.2.

Coöperanten kunnen lid zijn van één of meer commissies.

Artikel 3.3.

Indien een Coöperant herhaaldelijk zijn verplichtingen niet nakomt, kan hij
door het Bestuur ter verantwoording worden geroepen. Indien zijn nalatigheid
ernstige vormen aanneemt, zal in een vergadering van het Bestuur zijn
commissielidmaatschap ter discussie worden gesteld. De Coöperant in kwestie
moet in de gelegenheid worden gesteld om zich tegenover het Bestuur te
verdedigen. In zwaarwegende of langdurige conflicten tussen Coöperant en het
Bestuur kan de Raad van Toezicht als bemiddelaar worden ingesteld. Op
bemiddeling door de Raad van Toezicht kan aanspraak worden gedaan door beide
partijen in het conflict. Tevens kan de Raad van Toezicht zelfstandig
besluiten als bemiddelaar op te treden in een bestaand conflict tussen
Coöperant en Bestuur.

Artikel 3.4.

Het Bestuur dient minstens drie keer per jaar een vergadering te houden—de
zogeheten Coöperantenvergadering—voor welke alle Coöperanten zijn uitgenodigd.
De oproeptermijn van een Coöperantenvergadering bedraagt minimaal een week.

4. Boekenverkoop

Artikel 4.1.

De Stichting regelt de verkoop van studiebenodigdheden (boekenverkoop) voor
alle Aangesloten Studieverenigingen. Met de Aangesloten Studieverenigingen is
een aansluitingscontract afgesloten.

Artikel 4.2.

Afspraken en procedures—aanvullend op de Statuten en andere reglementen—zijn
vastgelegd in het aansluitingscontract.

5. Verslaggeving

Artikel 5.1.

Het Bestuur houdt van iedere Bestuursvergadering notulen bij, die bij de
volgende Bestuursvergadering dienen te worden goedgekeurd. Daarnaast wordt van
iedere vergadering van de Raad van Toezicht notulen bijgehouden, welke bij de
volgende vergadering van de Raad van Toezicht dienen te worden goedgekeurd.
Deze notulen zullen door het Bestuur bijgehouden worden in vergaderingen
waarbij het Bestuur tegenwoordig of vertegenwoordigd is. Bij vergaderingen van
de Raad van Toezicht waarbij het Bestuur niet tegenwoordig of vertegenwoordigd
is voorziet de Raad van Toezicht zelf in het bijhouden van notulen.

Artikel 5.2.

Ten minste vier keer per jaar dient het Bestuur aan de Raad van Toezicht te
rapporteren over de algemene gang van zaken.

Artikel 5.3.

Een rapportage zoals bedoeld in artikel 5.2 dient in ieder geval de volgende
elementen te bevatten:

  • Beleidsverantwoording van alle Bestuursleden;
  • De actuele stand van zaken met betrekking tot de financiën.

Artikel 5.4.

Tenminste eenmaal per kwartaal dient een voorraadtelling te worden uitgevoerd door tenminste twee personen die lid zijn van Het Bestuur of De Financie, of een persoon die lid is van Het Bestuur of De Financie, en een oud-Bestuurslid of oud-lid van De Financie. Het resultaat van de voorraadtelling wordt geregistreerd middels de op dat moment gangbare methodiek.

Artikel 5.5.

De dienstdoende Dagmanager dient voor en na openingstijd(en) een kastelling te
houden, waarvan het resultaat wordt geregistreerd middels de op dat moment
gangbare methodiek.

Artikel 5.6.

Het Bestuur is verantwoordelijk voor het tijdig aanleveren van stukken voor
vergaderingen van de Raad van Toezicht waarbij het Bestuur tegenwoordig of
vertegenwoordigd is. De termijn voor het aanleveren van de vergaderstukken
bedraagt tenminste zeven kalenderdagen voor aanvang van de vergadering.

6. Slotbepaling

Artikel 6.1.

Bij geschillen over interpretatie van de Statuten en/of het HR beslist het
Bestuur. Hiertegen hebben alle Coöperanten het recht beroep aan te tekenen bij
de Raad van Toezicht.